-
1 dwaalspoor
〈 figuurlijk〉♦voorbeelden:1 iemand op een dwaalspoor brengen • mislead/misguide someone; 〈 op de verkeerde weg〉 lead someone astray; throw someone off the scent 〈 achtervolger〉op een dwaalspoor raken/zijn • go/be on the wrong track; 〈 honden〉 lose the scent; go astray 〈 ook figuurlijk〉 -
2 pad
I 〈 het〉1 [smalle weg] path; 〈 van tuin ook〉 walk; 〈 niet aangelegd〉 track; 〈 spoor〉 trail; 〈in kerk/schouwburg enz.〉 gangway, aisle2 [levensweg] path, way♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 daarmee begeef je je op een glibberig pad • you'll be (moving) on slippery ground (then)platgetreden paden bewandelen • 〈 figuurlijk〉 walk the beaten path/tracks〈 figuurlijk〉 het pad effenen voor iemand • clear/smooth the path for someonehet pad van de zonde • the path/way of sin/viceiemand op het slechte pad brengen • lead someone astrayhij is het slechte pad opgegaan • he has taken to crimehet verkeerde pad opgaan • go astray, take up bad wayszij is altijd op pad • she's always on the govroeg op pad gaan • make an early startje bent nog laat op pad • you're out lateII 〈de〉1 [dierkunde] toad♦voorbeelden: -
3 verleiden
1 [op de slechte weg leiden] lead astray2 [verlokken] tempt, invite ⇒ entice3 [brengen tot geslachtsgemeenschap] seduce♦voorbeelden:1 zich door mooie beloften laten verleiden • (allow oneself to) be led astray/seduced by fair promises -
4 zich op het slechte pad begeven
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich op het slechte pad begeven
-
5 afketsen
v. fail to achieve the intended result; go astray, fail to reach desired destination -
6 afketsing
n. going astray -
7 afkeurenswaard
adv. going astray -
8 dwalen
v. wander, loiter; move aimlessly; lose one's way; go astray -
9 in de war raken
v. be disconcerted, go astray, psych out, ravel, foul -
10 van de hak op de tak springen
v. wander, go astray -
11 verdwaald
adj. strayed, stray--------adv. astray -
12 verdwalen
v. lose smb.'s way, go astray, get lost!, lose oneself -
13 afbrengen
2 [met betrekking tot een onderwerp] put off♦voorbeelden:ze zijn er niet van af te brengen • they can't be put off/deterredhet er levend afbrengen • escape with one's lifehet er heelhuids afbrengen • come out of it unscathed -
14 afdwalen
♦voorbeelden: -
15 begeven
1 [kapotgaan] break down ⇒ fail, 〈 instorten〉 collapse, 〈 doorzakken, doorbreken〉 give way, 〈 informeel〉 conk out♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich begeven〉1 [ergens heengaan] proceed ⇒ embark ((up)on) 〈 reis, onderneming〉, adjourn (to) 〈 naar andere kamer〉♦voorbeelden:zich onder de mensen begeven • mingle with other peoplezich op het slechte pad begeven • go astrayzich op weg begeven (naar) • set out (for) -
16 dwaalweg
〈 figuurlijk〉♦voorbeelden: -
17 dwalen
♦voorbeelden: -
18 het verkeerde pad opgaan
het verkeerde pad opgaango astray, take up bad waysVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het verkeerde pad opgaan
-
19 iemand op een dwaalspoor brengen
iemand op een dwaalspoor brengenmislead/misguide someone; 〈 op de verkeerde weg〉 lead someone astray; throw someone off the scent 〈 achtervolger〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op een dwaalspoor brengen
-
20 iemand op een dwaalweg brengen/leiden
iemand op een dwaalweg brengen/leidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op een dwaalweg brengen/leiden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Astray Motel & Backpackers — (Роторуа,Новая Зеландия) Категория отеля: 3 звездочный отель Адрес: 1202 Puku … Каталог отелей
Astray — A*stray , adv. & a. [See {Estray}, {Stray}.] Out of the right, either in a literal or in a figurative sense; wandering; as, to lead one astray. [1913 Webster] Ye were as sheep going astray. 1 Pet. ii. 25. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
astray — (adv.) c.1300, astraied away from home; lost, borrowed and partially nativized from O.Fr. estraie, pp. of estraier astray, riderless (of a horse), lost, lit. on stray (see STRAY (Cf. stray) (v.)) … Etymology dictionary
astray — I adjective aberrant, adrift, afield, amiss, awry, circuitous, deviating, errant, erratic, indirect, lost, misguided, misled, off center, out of one s bearings, out of one s reckoning, random, round about, straying, undirected, unguided II index… … Law dictionary
astray — *amiss … New Dictionary of Synonyms
astray — [adj] off the path or right direction adrift, afield, amiss, awry, gone, lost, off, off course, off the mark, roaming, straying, vanished, wandering, wrong; concepts 545,581 Ant. on course, right, straight … New thesaurus
astray — ► ADVERB ▪ away from the correct path or direction. ORIGIN from Old French estraie, from Latin extra out of bounds + vagari wander … English terms dictionary
astray — [ə strā′] adv., adj. [ME < pp. of OFr estraier, STRAY] 1. off the right path or way; wandering 2. in error … English World dictionary
astray — a|stray [əˈstreı] adv [Date: 1200 1300; : Old French; Origin: estraié wandering , from estraier; STRAY1] 1.) go astray a) to be lost or stolen ▪ The letter had gone astray in the post. b) if a plan or action goes astray, it goes wrong ▪ … Dictionary of contemporary English
astray — [[t]əstre͟ɪ[/t]] 1) PHRASE: V inflects If you are led astray by someone or something, you behave badly or foolishly because of them. The judge thought he d been led astray by older children. 2) PHRASE: V inflects If someone or something leads you … English dictionary
astray — adverb 1 go astray a) to become lost: One of the documents has gone astray. b) humorous to start behaving in an immoral way 2 lead sb astray a) often humorous to encourage someone to do bad or immoral things that they would not normally do: His… … Longman dictionary of contemporary English